Fiber to the Farm in opkomst
Naar schatting heeft 3% van de Nederlanders geen internetverbinding, het gaat hierbij vooral om geïsoleerde woningen op het platteland. Adviseur Frans Schrijver van Scriptel vindt daarom ook dat provincies moeten bijdragen aan de aanleg van breedband in buitengebieden.
Fiber to the farm moet straks mogelijk zijn door hoge kosten te spreiden
In de buitengebieden is vaak wel internet via ADSL alleen lopen deze snelheden in veel gevallen niet boven 1 Mbps uit. Deze lage internetsnelheid komt door de grote afstand van het huis tot aan de centrale. Het Europese streven ligt veel hoger op 30 Mbps, iedere Europese burger zou binnen enkele jaren hierover moeten beschikken. De verschillen met stedelijke gebieden en het platteland worden ook steeds groter. De gemiddelde snelheid van kabelinternet gaat al eind richting de 50 Mbps.
Ook is het erg lastig om de buitengebieden te voorzien van glasvezel. De kosten voor de aanleg van glasvezel op het platteland zijn namelijk te hoog. Internetaanbieders en gemeenten zouden daarom de graafwerkzaamheden moeten combineren, aldus Frans Schrijver. Juist het graven is wat breedband duur maakt. Daarom zouden ook klanten een eigen bijdrage moeten betalen en het geld dat vervolgens overblijft moeten provincies betalen. “Drie procent is niet veel, maar we moeten zorgen dat heel Nederland breedbanddekking krijgt”, aldus Schrijver.
Fiber to the farm (glasvezel tot op het platteland) moet dus komende jaren worden verbeterd. De hoge aanlegkosten moeten eerlijk worden verdeeld. Op dit moment zijn er mogelijkheden via ASTRA2Connect, waarbij via de satelliet snelheden tot 4 Mbps gehaald kunnen worden in de buitengebieden. Echter zou het breedbandaanbod volgens critici niet beperkt moeten worden tot de satelliet. Ook de consumenten in de buitengebieden moeten kunnen kiezen tussen ADSL, kabelinternet of glasvezel.